vorig jaar tamelijk dun en 'met kleine harde wratjes
bezet, de andere heeft dikkere en min of meer zacht-
harige jonge loten. Ook zijn jonge bladeren voelen zacht
aan. Die Ruwe komt in het voorjaar iets eerder in blad
dan de Zachte, maar vergeelt in het najaar eerder. Ook
verschillen ze in den stand der zijtakken, die streven bij
de Zachte meer opwaarts. De Ruwe heeft dikwijls fraai
neerhangende takken. Wanneer ge op deze dingen let,
dan blijken die verschillen niet altijd even duidelijk
aanwezig te zijn, want de twee soorten bastaardeeren
hevig met elkander. Het heet dat in de duinen de Zachte
meer voorkomt dan de Ruwe en een voorkeur geeft aan
vochtige plaatsen, wat ook alweer niet altijd uitkomt,
want ik ken persoonlijk een Ruwe Berk van zijn prille
jeugd af en die staat de helft van het jaar in het water
en dikwijls het heele jaar door.
In het groote duin nestelen de berkenboschjes zich graag
langs den voet van hooge heuvels, die min of meer steil
afhellen naar Oost. Daar tieren ze in al hun heerlijkheid
met hun gezelschap van eik en populier en esp. Achter
hen, tegen de helling op, groeien Hondsrozen, Eglan-
tiers en Duindoorns tot op den top van het duin. In
front, naar de vlakte toe een kring van voorposten van
Meidoorn, Lijsterbes, Geldersche Roos, Kardinaalsmuts,
Berberis, Liguster, nog meer Eglantieren, Hondsrozen,
Duinroosjes en alweer Duindoorn. Enkele boschjes ra
ken geheel gevuld met Liguster of zijn doorstrengeld
met hop en kamperfoelie en heggewinde. Al die hees
ters hebben hun eigen gevoel igheidj es en schikken zich
daardoor in treffende groepen. Wie kunstmatig zoo'n
prachtig plantsoen zou willen aanleggen, moet eerst
braaf die gevoeligheidjes bestudeeren. Het heele jaar
door is zoo'n bosch prachtig. In de heel vroege lente
kunt ge u verlustigen aan de kleur van de blanke stam
men, dikwijls rose en bruin aangeloopen. De twijgen
worden bruinrood, wijnrood en daartegen steekt het geel
van de populieren en het bruinig zilvergrijs van de eiken
47