het zelfs gebeuren, dat de windkuil tot staan komt en bijtijds vastgelegd wordt, eerst door zandzegge en later door andere planten. Zoo'n gesloten windkuil vormt dan een deuk in het duinlichaam. Wie er op let, ziet ze dik wijls genoeg. We mogen er nog wel eens aan herinneren, dat we nooit hooge duinen zouden hebben, indien ze niet gestoven hadden. In de schaduw wil de duinroos niet voort en valt als eerste slachtoffer bij de duinbebossching. Wij moeten dus de voorwaarde maken, dat de merkwaardige en won- derschoone duinroosjesvlakten, hellingen en heuvels niet in een bebosschingsplan opgenomen worden. Het ware woud van de kalkarme duinen is het heide- woud. Dat treffen wij aan in de duinen van Bergen en Schoorl en op de Waddeneilanden. Ook wel op den vasten wal, dat zijn dan de oude duinen van eeuwen her, die in hun bovenste lagen geheel ontkalkt zijn. Voor een groot deel zijn die bebouwd met steden en dorpen en buitenplaatsen of vergraven om zand en voor bollen velden. Tusschen Noordwijk en Vogelenzang waren vroeger uitgestrekte heidevelden met adelaarsvaren te zien en er is ook nog wel iets van over. Waar in de huidige duinen de adelaarsvaren voorkomt, hebben we nog een aanloopje naar die „oudste"' duinen. Ze worden in dit boekje niet besproken. Maar op de Wadden-eilanden en bij Bergen en Schoorl is de ontkalking al gauw een voldongen feit. Dat is met een eeuw al bekeken en veelal nog eerder. Het criterium is de Duindoorn. Hoe prachtig groeit die aan den binnenkant van de nieuwe richel van de Geul en ook nog van paal 16 tot paal 25. In het gebied van de Muien komt hij nog voor over de heele breedte van het duin, zelfs tot aan den ouden Stuifdijk toe, zoodat we hier een vrij groot landschap hebben, dat eigenlijk niet kalkarm mag heeten. Maar van paal 9 tot 16 is het al gauw met den duin- 38

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 46