37 tapijten vinden we ook aan den vasten wal en wel het meest indrukwekkend in de duinen van Kennemerland. In den bloeitijd van half Mei tot Juli - liggen ze daar als een wit laken, doch hier en daar met blozend roode vlekken, want onze duinroos heeft dikwijls roode bloe men. In die groote open vlakken blijven de struikjes laag, soms zelfs met lange, kruipende bloeitakken. Of we hier te doen hebben met invloed van den wind en van het sterke licht, zou ik niet durven zeggen, maar het lijkt mij wel waarschijnlijk. Konijn en schaap gaan hier vrij uit. De Junikevers eten graag de bloemen. Op beschutte en eenigszins beschaduwde plaatsen krij gen de struikjes meer individueelen vorm en schieten ze op tot een meter of zelfs hooger en maken dan een goed figuur naast eglantier en hondsroos in de bloemenpracht langs den rand van het berkenbosch. Op de hooge duintoppen blijft de duinroos natuurlijk laag en daar vertoont zij zich in een bijzondere kwa liteit als duinbeschermster, en dan kunnen wij haar be wonderen als dat duin behept raakt met een windkuil. Stoer verzetten zich de onderaardsche stengels en wor tels tegen de uitwaaiing. Nu eerst krijgen we te zien dat deze kleine plantjes eigenlijk de toppen zijn van een wijdvertakt twijgenstelsel van heel groote planten, die met lange wortels in het duinlichaam verankerd zijn. Die stengels en wortels hangen als een gordijn neer in den steilen rand van den windkuil en remmen het ge vaar, dat ten slotte toch onoverwinnelijk blijkt. Maar het opgestoven zand, dat den duintop gaat ophoogen, kan toch wat er nog leeft van duinroosjes niet versmo ren. Steeds groeien nieuwe loten op. Tegelijk dat gebeurt bijna altijd komt op den kam ook helm groeien, die voedsel vindt in het zand, dat uit de diepte opstuift. Kruipwilg was ook present, helpt ook mee en zoo wordt de duintop al hooger en breeder. Wanneer er nu eenige kalme en vochtige jaren komen, dan kan

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 45