En daarbij kwam, tot onlangs toe, nog het verweer tegen
schaap en konijn.
De meest geschikte en veelzijdigste planten bezetten de
voor hen gunstige plaatsen en voeren daar een soort
van alleenheerschappij, soms vergezeld van een paar
gelijkgestemde kornuiten, vaak schuilplaats biedend aan
een paar vrienden, die hen niet hinderen en ook wel
weer in het nauw gebracht door indringers. Een aardig
voorbeeld levert ons de duindoorn in het kalkrijke duin.
In de luwte van den zeereep treedt hij op als alleen-
heerscher. Maar het duurt niet lang of hij krijgt gezel
schap van de vlier, die ook alweer op zeer royale wijze
wordt uitgezaaid door de vogels. Die vlieren ontwikke
len zich tot trotsche figuren, verheffen zich boven het
lagere en vrijwel egale duindoornbosch. Op beschutte
hellingen ontwikkelt dit complex zich op zijn mooist en
in Juni is het een lust uit de lichtende zilvergrijze duin
doorns de donkergroene vlieren omhoog te zien rijzen,
die zich dan gaan tooien met een overvloed van room
kleurige geurige bloesem. In het najaar raakt de vlier
dicht behangen met zware trossen van donkerviolette
bessen en de duindoorn tooit zich met vruchten, geel,
oranje, rood, allerprachtigst. Dan, in September, eer de
groote trek van de spreeuwen begint, komen nog gauw
de kleine zangvogels: grasmusschen, tuinfluiters, nach
tegalen, fitisjes, de eerste rijpe vlierbessen pikken. De
rest gaat later aan de spreeuwen. De duindoorn heeft
dikwijls geen bessen; dat zijn de mannelijke planten.
Die beslaan vaak een groote uitgestrektheid, doordat ze
zich vermenigvuldigen door ondergrondsche uitloopers
en men kan dan heele velden krijgen met vruchtenlooze
duindoorns.
Op de hooge ruggen en zelfs op de toppen heeft de duin
doorn weinig of niet van den wind te lijden. Zijn knop
pen en bladeren zijn tegen verdroging beschut door
mooie sterharen en schubben, zijn dichtgewarreld ste
kelig takkenstelsel is haast ondoordringbaar. De vlier
31