wordt een langgerekte boog. De wetenschap geeft aan
deze formatie den naam van „paraboolduin". Die term
is nog zoo kwaad niet en we zullen hem zonder blikken
of blozen blijven gebruiken.
Wanneer die loopduinen groote afmetingen aannemen
en een snel verloop hebben, dan kunnen ze groote ver
woestingen aanrichten, velden en bosschen, heele dor
pen bedelven en heele streken onbewoonbaar maken.
Berucht waren de duinen langs de Oostzeekust en die
van de Landes in Zuid-Frankrijk. Ook in ons land we
ten wij er van mee te praten, zoowel wat betreft de zee
duinen als de zandverstuivingen op het diluvium. Tegen
woordig is dat schrikbeeld verzwakt. We voelen ons in
staat dreigend gevaar bijtijds te stuiten en beschouwen
overigens het verschijnsel met de belangstelling en de
bewondering, die het verdient.
Het geeft groote voldoening, jaar in jaar uit het bewe
gend duin in zijn bezigheid na te gaan en evenzeer in
het tot rust gekomen begroeide heuvellandschap de
oude paraboolduinen met hun loopbanen te herkennen,
de fraaie lijnen te bewonderen, döor den wind in dat
landschap geschapen. Overal in ons duin wordt men ge
troffen door de verrassend schoone ruggen, toppen, hel
lingen, dalen, geulen en het is een lust het complex te
ontleden, de geschiedenis te reconstrueeren. Daarom is
het goed, dat men bij eventueele bewerking en exploita
tie van de duinen deze landschapsvormen ontziet, geen
krasse lijnen er doorheen trekt en ze niet verbergt onder
overmatige bebossching.
Het mooist zijn deze verschijnselen te zien op Schouwen,
in de Schoorlsche duinen en op de Waddeneilanden.
Maar overal elders kan men er ook van genieten.
Het wandelen van zoo'n duin is een voortdurend zoeken
naar evenwicht tusschen den wind, die het zand los kolkt,
omhoog wervelt en voortstuwt en den plantengroei, die
tracht het vast te leggen. In droge, stormachtige win
ters gaat de vernieling in snel tempo en wanneer een
23