Rijn en Maas nog wel slib in de zee brengen. Dat ge beurt dus aan den mond van het Haringvliet, de Briel- sche Maas (zoolang die nog open is) en den Rotterdam- schen Waterweg. De stranden in die buurten zijn daar door slibrijk: de beroemde Groene Stranden van Voorne en de Beer, half duin, half schorre, bij tijd en wijle over weldigd door de zee, dan weer, al naar het uitvalt, ge drenkt door malsche regenbuien. Droge heete jaren ma ken er breede banen van stuifzanden, die het erachter gelegen duin kunnen opvullen en ophoogen. De plantengroei van deze Groene Stranden levert een onuitputtelijke bron van studie en genot. Het is een bonte mengeling van allerlei formaties: groote plakken van zeemelkkruid, van strandpostelein, van blauwe zee distel, verspreide groepen van zeewolfsmelk, bitterzoet, akkermelkdistel, delletjes met biezen, verstrooide groe pen van biestarwegras met helmduintjes en hun gevolg, het fraaie kleurenspel van parnassia en duizendgulden- kruid, kweldergrassen, schorrenkruid en in het hooge aanspoelsel de prachtige gele hoornpapavers. Soms zelfs zien we er als verdwaald enkele vlierstruiken en duin doorns of zelfs een worstelende eglantier. En op deze stranden, die half en half duinen mogen heeten, huizen in den broedtijd duizenden en duizenden vogels: groote sterns, vischdiefjes, meeuwen, strandplevieren, bontbek jes, kluten, scholeksters, vergezeld van leeuwerik en pie per. Hier is het ook, dat voorloopers van avontuurlijke soorten, die hun gebied uitbreiden, zich sporadisch ves tigen, zooals in 1932 de lachstern. Aan dit alles dankt het natuurmonument de Beer zijn wereldvermaardheid. Op de Wadden-eilanden kennen we vanouds het Groene Strand van West-Terschelling en in den laatsten tijd vormen zich op de Boschplaat van Oostelijk-Terschel- ling hier en daar dergelijke formaties. De Wadden-eilanden zijn de klassieke plaats om de vor- 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 17