Al het lichtere zand blijft drijven, de rest zinkt. Het meeste blijft boven, dat is dan ook het eigenlijke kwarts- zand, met nog de veldspaten en de glimmers. Wat be zinkt, de zoogenaamde zware fractie, wordt nu nog op allerlei manieren onderzocht, waarbij de polarisatie microscoop te pas komt. In deze zware fractie bevinden zich een indrukwekkend aantal met klinkende namen zooals granaat, toermalijn, korund, spinel, zirkoon enz. Voor de verdere avonturen van het duin zijn ze niet van belang. Als over het droge hooge strand een poos een redelijk windje waait, dan ontstaan de welbekende zand- ribbels. De zware zanden verzamelen zich dan in de dalen van die ribbels, de lichtere op de ruggen. Die' zware zanden zijn meestal donker van kleur en worden dan gemakkelijk zichtbaar. Een tijd lang is het strand van Bergen beroemd geweest om zijn granaatzand. Ook hebben we op Texel eens een hoekje gehad, waar lichte, glanzige muscovietschilfers in grooten getale waren op gehoopt. Uit dat zandonderzoek is nu gebleken, dat het zand vóór onze Noordzeekust tegenwoordig vrijwel dezelfde samen stelling heeft als dat van de Veluwe en indertijd aan gevoerd moet zijn door Rijn en Maas en door het landijs van het Oostzeegebied. Tegenwoordig brengen Rijn en Maas geen zand meer in de zee. Hun vermogen is lang zoo sterk niet meer als vroeger en wat ze nog aanbren gen, wordt in de rivier zelf opgebaggerd, want het is waardevol materiaal, waar zelfs alweer gaandeweg een tekort aan komt. We behoeven ons echter er niet bezorgd over te -maken, dat de Noordzee hierdoor gebrek aan zand zou krijgen. Hoogstwaarschijnlijk neemt zij van onze duinen wel haast evenveel af, als zij er op brengt. Ook van elders komt nog wel een en ander en over het hoe en waar vandaan zijn nog belangrijke onderzoekingen gaande. Die vallen echter buiten het kader van dit boekje. Maar toch moeten we er nog even aan herinneren, dat 14

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 16