windas bestaat hier uit een dikke horizontale
as van 18 cm dik, met een trommel van 1.50
m doorsnede, die zonder touw met de
hand in 't werk gesteld wordt en waarmede
één man een vracht van 300 kg kan ophalen.
De Amsterdamsche koopman was nog niet
tevreden met het windas en den hijschbalk
aan den voorgevel van zijn huis. Ook aan den
achtergevel en zelfs aan de binnenplaats had
hij hijschgelegenheid noodig. Dat werd een
voudiger gemaakt, op dezelfde wijze als wel
aan den voorgevel van bescheiden huizen
voorkomt. Men maakte een hijsch.ank.er, een
samenvoeging van het nokanker met een on
dersteuning. Als ijzeren driehoeken met een
opgebogen haak ziet men ze buiten den ge
vel steken, nog steeds voor het gebruik ge
reed, soms ook aan de bovenzijde van de
houten dakvensters.
Aan de allerdeftigste huizen was een hijsch
balk ondeftig. Daar bedacht men iets an
ders. De hijschbalk werd uitschuifbaar ge
maakt, glijdende op rollen. Aan den gevel,
veelal in het fries van de kroonlijst, ziet men
rechthoekige luikjes, soms met versiering.
Dat zijn de koppen van hijschbalken, die bij
■gebruik uitgeschoven worden en na gebruik
weder ingehaald.
Hoe weinig heeft onze tijd deze deugdelijke
45