tijdperk aan met de opkomst van de spoorwegen. Dit
had een sterken achteruitgang van de beteekenis der
gewone in het bijzonder van de doorgaande
wegen ten gevolge. Het doorgaande verkeer verander
de geheel van karakter. Het verkeer over kortere af
standen deelde in deze wijziging niet, terwijl het locale
verkeer zijn normalen groei bleef vertoonen en tot taak
verkreeg, de spoorwegen te voeden. Aardig is het te
vermelden, wat in het reeds aangehaalde overzicht der
wegen op de Veluwe Baron Sloet omtrent den straat
weg van Deventer naar Utrecht mededeelt:
„Beschouwen wij nu den straatweg van Deventer op
„Apeldoorn naar Utrecht. Onder Koning Lodewijk
„Napoleon was deze weg reeds van Utrecht tot het
„Loo voltrokken* en de tijdsomstandigheden belette-
„den de verdere voortzetting. Eerst eenige jaren daar-
„na, werd deze weg tot Deventer langs het dorp
„Twello voortgezet.
„Ofschoon deze hoofdweg uit den schakel der com-
„municatiën niet kan gemist worden, zoo mist hij een
„genoegzaam vertier. De vele ingevoerde stoombooten
„en het verleggen der communicatie van Deventer
„over Arnhem naar Holland en nu vooral de spoor-
„weg van Arnhem op Utrecht en Amsterdam mogen
„als de hoofdoorzaken van dit verval beschouwd
„worden."
Ten tijde, dat Baron Sloet dit schreef in 1859
bestond op de Veluwe alleen nog de spoorlijn Arnhem
—Ede.
Bij de bespreking van den straatweg langs de Zuider
zee van Hattem tot Hoevelaken vinden we wederom
een staaltje van den grooten invloed, welken de spoor
wegen op het wegverkeer oefenden. Bedoelde weg
heeft 700.000.gekost, waarbij het Rijk een subsi-
In 1808 en 1809 werd de weg UtrechtAmersfoort
Apeldoorn voor rekening van het Rijk aangelegd.
18