grenzen, nadat in 1741 en 1742 het gedeelte van den
Bosch tot de barrière te Best voor rekening van de stad
's-Hertogenbosch was gelegd. Bij deze gelegenheid liet
de stad 's-Hertogenbosch een fraaie penning slaan, om
deze belangrijke gebeurtenis bij het nageslacht in her
innering te doen voortleven. Deze penning draagt het
opschrift„Mercaturae commodo, civium bono"
ten gerieve van den koophandel en tot welzijn der
burgers. Eerst in 1814 werd door bestrating van 13 km
deze weg voltooid.
Hoewel de geschiedenis van het totstandkomen en van
den groei van ons voornaamste wegennet uiterst be
langwekkend is, kan daarop te dezer plaatse toch niet
diep worden ingegaan.
Thans nog iets over de bestratingen onder de Keizer
lijke decreten. Voor Rijksrekening werd tusschen 1810
en 1813 de weg van Breskens naar Sluis ter lengte van
ruim 18 km gelegd. Nadat in het laatst der 17de eeuw
en in het midden der 18de eeuw twee gedeelten in
Noord-Holland van den weg van Amsterdam naar
Utrecht, Gorinchem, Breda tot de Belgische grens met
keien waren bestraat door het Hoogheemraadschap
van de Diemermeer en de stad Amsterdam, werd in
1812 en 1813 deze weg voor rekening van het Rijk
met klinkers bestraat. De voortgang van den aanleg en
de verharding onzer hoofdwegen stond uit den aard
der zaak in nauw verband met de ontwikkeling van
het beheer en de administratie der verbindingen in de
onderscheidene Nederlandsche gewesten.
De eerste ordening in de administratieve geschiedenis
der Rijkswegen kwam feitelijk eerst in 1811 tot stand.
Bij Keizerlijk decreet van 21 October 1811 werden
eenige voorname verbindingen tot Keizerlijke wegen
verklaard. De wegen werden van toen af op kosten
van het Keizerrijk onderhouden en de daarop aan
wezige tollen werden opgeheven.
Het type van weg in het Napoleontische tijdperk, hield
10