zich festoenen met schilden, waarop het monogram en
een schip. Zeer jammer is het, dat de kruisvensters met
luiken ook hier hebben moeten plaats maken voor de
leelijke ramen, die er nu zijn. (Zie tegenover blz. 64).
Al is er na de opheffing van de V.O.C. veel in het
gebouw vertimmerd, de hoofdindeeling is nog wel
terug te vinden.
In 1807 werd het eigendom van de gemeente. Nadien
hebben er Rederijkerskamers in gewerkt, zijn er ver
gaderingen gehouden, muzieklessen gegeven en wat
dies meer zij. Van 18681911 was de Hoogere burger
school er in gevestigd en 's win tersavonds van 1868—
1921 ook de Burgeravondschool. Tot 1925 zijn de
Rijksnormaallessen er gegeven en daarna was de
M.U.L.O. school erin. Tegenwoordig is het in gebruik
voor huishoudonderwijs en andere cursusssen en als
bewaarschool. Nadat de H.B.S. naar een ander gebouw
verplaatst werd, zijn er vele wijzigingen gekomen, die
afbreuk gedaan hebben aan het inwendige. De trap,
die oorspronkelijk achter in de gang was, is naar de
vestibule verhuisd, terwijl een schot met glas vlak voor
het mooie poortje met het monogram van de V.O.C.
in de vestibule met den marnieren vloer is gezet. De
groote schouwen, die in de hooge vergaderkamer waren
en die in den tijd der H.B.S. voor zuurkasten werden
gebruikt, zijn nu verdwenen. Het geheel, dat er weleer
rijk uitgezien zal hebben, maakt nu een zeer soberen
indruk.
In het Museum zijn nog eenige schilderijen, die hieruit
afkomstig zijnallereerst het mooie schoorsteenstuk,
gevat in een ebbenhouten betimmering, voorstellende
de Bewindhebberen in 1682, geschilderd door Joh. de
Baen. Het moet geplaatst zijn geweest voor den schoor
steen in de groote vergaderzaal. Ook hebben hier ge
hangen de portretten van J. Pz. Coen en zijn vrouw
Eva Ment, en verder bezit het Museum nog een groen
79