reeds in 1596 in het gebouw aan de Roodesteen hun
bijeenkomsten hielden.
In 1631 lieten zij een gevel zetten aan de plaats achter
het tegenwoordige hek. Deze 17e eeuwsche topgevel
met pilasters tusschen de ramen en met een gebroken
fronton afgedekt, is ons alleen bekend van het mooie
teekeningetje door Pronk in 1727 gemaakt. Hij heeft
in het laatst der 18e eeuw plaats moeten maken voor
den gevel, die er thans nog is.
De hooge imposante gevel van natuursteen aan de
straat dagteekent van 1632. De klassieke orden zijn hier
met de noodige vrijheden toegepast. Ofschoon de zin
voor het klassieke er uit spreekt zijn er verschillende
détails, die aan een vroegere periode doen denken.
Tusschen de vensters van de eerste verdieping is het
YVestfriesche wapen geplaatst, hierboven is een raam
geflankeerd door nissen en daar weer boven het
Oranje-Nassau wapen gehouden door twee Romein-
sche krijgslieden. Öp de door de hoofdgestellen ge
vormde geveltrappen zitten grimmige leeuwen, die
ieder een wapen van één der zeven vertegenwoordi
gende steden houden. (Zie afb. blz. 75 en blz. 1).
Ze zijn wat bewegelijk, deze leeuwen en op een
afstand gezien, maakt het een indruk alsof ze den
gevel op en af gaan. Oorspronkelijk was deze gevel
opgetrokken van arduinsteen, die, zooals we bij de
Waag zagen, door zijn gelaagdheid niet duurzaam is.
In het begin van de 20ste eeuw bleek hij gevaarlijk te
worden en in 1908 is het Rijk tot restauratie overge
gaan. De geheele gevel is toen afgebroken en opnieuw
opgetrokken van hardsteen. Dit werk is met de groot
ste zorg geschied; de kruisvensters, die natuurlijk in
de 18e eeuw op onverantwoordelijke wijze waren weg
genomen, zijn er weer in aangebracht. Alles is op
voortreffelijke wijze geimiteerd, tot de frijnslag aan
toe. Bij deze restauratie bleken het wapen van West-
73