Hoorn van zeer groote beteekenis is geweest en in dit
huis heeft Jan Pz. Coen, de stichter van Batavia en
grondvester van ons gezag in Indië als bewindhebber
gezeteld. Over het leven van Jan Pietersz. Coen te
Hoorn weten we heel weinig. In een Protocol van
Notaris W. D. Codde wordt zijn vader genoemd. Op
24 Augustus 1585 verklaart Pieter Willemsz. van
Twisk, maar nu poorter van Hoorn, oud omtrent 24
jaar, dat hij als koopman in Maart lestleden geweest
is in Spanje in San Lucar. Voorts staat in het Gerefor
meerde Doopboek heel kort op 11 Januari 1587:
„Jan (vader) Pieter Willemsz van Twisck."
Het testament van Coens vader is te vinden in het
protocol van Notaris J. G. van Haerlem te Hoorn. We
lezen daar: „Testament van Pieter Willemsz. Coen In
Mallegum en Geert Jansd. echtelieden." Er is een over
levering, dat J. Pz.Coen in de Gravenstraat geboren
ishoe men hiertoe gekomen is, hebben we nooit be
grepen, want de Gravenstraat moet pas in 1593 aan
gelegd zijn. En wat „In Mallegum" beteekent, waar
zijn vader woonde, is ook nog een raadsel. We vragen
ons af, kan dit huis gestaan hebben in de Mallegom-
steeg of is er te Hoorn een huis geweest, waarin een
gevelsteen met In Mallegum, hetgeen dan Malaga
zou beteekenen.
Toen Coen nog maar een jongen van dertien jaar
was, werd hij al door zijn vader naar Rome gestuurd
om daar voor den handel te worden opgeleid bij een
Vlaamschen koopman. Hij heeft dus maar kort in
Hoorn gewoond en net in een tijd, dat groote ver
anderingen hebben plaats gehad op het gebied van
straataanleg. Later heeft hij nog eenige malen in zijn
geboorteplaats vertoefd. In 1606 of 7 is hij terug
gekeerd uit Rome en hij vertrok in 1607 al naar
Indië; vervolgens is hij hier geweest van 1611-1612
en in de jaren tusschen 1623 en 1627.
58