het stadje op het eind van de 18e eeuw in verval.
Het is teekenend, dat in 1777 een Vaderlandsche
Maatschappij wordt opgericht om „tot welsyn van dese
„stad, wel eer bloeiende in Negotie, iets toe te bren-
„gen om deselve uyt die vervallene staat weder te
„doen herleven." Als middelen worden genoemd „ie.
„het uyt reeden van 2 schepen ter walvis vangst", 2e.
„het oprigten van een Fabriecq of werkhuys waar
„armen en eerlijke lieden en kinderen haar brood
„kunnen winnen, het zij met spinnen, weven of dier-
„gelyck, 3e. het oprigten van een Armen kinderen
„huys of school, om de kinderen van alle arme men-
„schen, die men in deesen tijd schandelijk bij hoopen
„langs de straaten ziet loopen met kwaad doen of
„bedelen, in dit school te plaatsen en alsoo beter op
voeding en onderwijs te besorgen."
Uit het bovenstaande spreekt genoegzaam, hoe het in
dien tijd te Hoorn gesteld was.
Het verval heeft men niet tegen kunnen houden; de
Gecommitteerde Raad, de Admiraliteit, de Oost- en
de West-Indische Compagnie werden opgeheven, zoo
dat er omstreeks 1800 niets meer te doen was.
De 19e eeuw gaf aan de stad een ander uiterlijk;
groote zeeschepen kwamen er niet meer, de havens
waren dus niet meer noodig; ze groeiden dicht, wer
den gedempt en in grasland veranderd. Op de plaats
waar vroeger de Oost-Indiëvaarders lagen, kwam
een schietterrein, waarin nog duidelijk de vorm van
vroeger terug te vinden was.
Vele huizen werden afgebroken en de open terreinen
met boomen beplant. Het is een eeuw van afbreken
geweest, vele monumenten zijn verdwenen, maar toch
is er nog veel moois over, waar we straks op terug
komen.
20