H oom is de jongste der Westfriesche steden, zijn
ontstaan wordt gesteld op ongeveer 1300, in 1357
kreeg het stadsrechten. We zullen trachten, hoe duister
dit ontstaan ook is, een beeld hiervan te scheppeneen
oorzaak moet er toch in elk geval voor zijn.
Oorspronkelijk liep hier een water, de Gouw, in zee
dit moet een natuurlijke afwatering geweest zijn van
het land, dat in dien tijd hooger gelegen moet heb
ben ten opzichte van de zee. Toen het noodig werd
zich door middel van dijken te beschermen tegen
hooge vloeden, kon deze afwatering niet anders dan
door een sluis in den dijk geschieden. Dit moet de
sluis geweest zijn, die Velius in zijn Kroniek van
Hoorn 1) noemt. Over de bedijking van Westfriesland
vóór de onderwerping door Floris V in 1288 tasten we
in het duister. Na de onderwerping is aan wegenaan
leg en dijkwezen meer aandacht geschonken, waardoor
de levensomstandigheden veel gunstiger werden.
De Gouw, die dus tot den Westfrieschen dijk, het
tegenwoordige Oost en West, liep, had een uitlaat
door bemiddeling van een sluis of duiker in een kreek,
den tegenwoordigen Nieuwendam, die door het bui
tendijks gelegen land in zee uitmondde. Hier was dus
een punt, waar schepen uit zee en schepen uit het
land elkaar konden benaderen. Bovendien liep hier
nog een landweg, het tegenwoordige Noord, over een
lagen dijk, die een scheiding vormde tusschen het
Oostelijk en Westelijk gedeelte van Drechterland.
Deze weg was een prachtige verbinding over land.
HOOFDSTUK I
ONTSTAAN EN ONTWIKKELING DER STAD
1) Chronyk van Hoorn door Theodorus Velius4e druk
met aanteekeningen door Sebastiaan Centen, 1740.
II