gebleven is, toont een gevoeligheid en een kunnen, waar men ontzag voor moet hebben. Veel van deze schoonheid is verloren gegaan in een tijd, men kan het haast niet gelooven, dat er niets voor gevoeld werd. Veel is voor een luttele som in handen van anderen overgegaan en veel is vernietigd. Gelukkig ziet het er naar uit, dat door de veranderde inzichten aan de verminkingen op groote schaal een einde is gekomen. De stichting van het West-Friesch Museum in 1876 is een stap in de goede richting ge weest het was een teeken, dat er een groep menschen was, die voelde voor hetgeen in vroeger eeuwen tot stand kwam. Het is hieraan te danken, dat veel moois behouden is gebleven, dat anders zeker verdwenen zou zijn. Dit Museum, gevestigd in de vroegere vergader plaats van den Gecommitteerden Raad, is in 1880 geopend en heeft sedert dien veel voorwerpen van kunsthistorische waarde verkregen. De verzameling wordt nog steeds uitgebreid en is belangrijk door het vele schoons, dat er bewaard wordt. Een volgende stap was de oprichting in 1917 van de Vereeniging Oud-Hoorn met medewerking van het Gemeentebestuur. Oud-Hoorn heeft zich voorname lijk met steun van Rijk, Provincie en Gemeente bezig gehouden met het restaureeren van oude gebouwen. Het Museum en de Vereeniging Oud-Hoorn gaven echter geen zekerheid omtrent het al of niet blijven bestaan van een uit een oogpunt van Geschiedenis en Kunst belangrijk monument, vooral niet wanneer dit in verkeerde handen was. Eerst toen in 1928 het Gemeentebestuur er toe over ging een monumentenverordening in het leven te roe pen en daarvoor een lijst opgemaakt werd, was het niet meer mogelijk waardevolle gebouwen zoo maar te sloopen of fragmenten ervan te verkoopen en was het voortbestaan van de pronkstukken uit Hoorns verleden 9

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 12