als het hoog water was en de buitendijks gelegen lan den onderliepen, ziet men bijna niet meer. De marine schepen, de Urania, de Castor en de Pollux, die om streeks 1900 dikwijls voor de kust lagen, zijn ver dwenen. De groote polder, die voor de stad komt te liggen in plaats van de zee, waaraan Hoorn zijn ontstaan en bloei te danken heeft, zal er een landelijke gemeente van maken met het karakter van een zeeplaats. Het is te hopen, dat het typische beeld van de stad, dat nog zoo schilderachtig is, zal blijven bestaan en bij de veranderingen, die met de drooglegging onvermijde lijk zijn, door de autoriteiten zal worden ontzien. Misschien kan onder de gewijzigde omstandigheden een opleving plaats hebben. Als dit zoo wezen mag, dan verwachten we, dat ook de inwoners ervan door drongen zullen zijn, dat het vele schoon, thans in Hoorn nog over uit een periode van welvaart, toen ook het ambacht een hoogtepunt bereikt had, een kostbaar bezit is, dat met de meeste zorg bewaard moet worden. Dakruiter kapel St. Ceciliaklooster tegenwoordig Stadhuis. 105

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 113