Heel onredelijk. Wanneer wij slechts zorgen geen snoep-
resten aan gelaat of handen te hebben, geen gebruikt
eet- of drinkgerei open en bloot laten staan, dan hebben
we geen last van deze prachtige dieren. We hebben
geregeld eenige wespennesten in den Hof en laten ze
ongemoeid. Ze geven even weinig of nog minder last
dan onze bijenstand. Je moet alleen zorgen niet juist
midden in hun verkeersweg te gaan staan. Eventjes
er naast en zie dan, hoe ze gaan en komen, hoe ze bij
dreigend weer in groote troepen naar binnen stuiven,
hoe zij den toegang tot het nest vrij houden door de
grastoppen af te bijten, die den ingang zouden versper
ren, hoe zij met vliegen en andere prooi komen aan
sjouwen en soms met een bek vol houtslijp, afgeknaagd
van onze heininkjes. Dat houtslijp gebruiken ze om hun
cellen te bouwen. Ge weet, dat dit wespennest in den
grond bestaat uit een aantal cellagen boven elkaar, ge
meenschappelijk in een omhulsel. Dat alles is gemaakt
van een soort bordpapier, dat ze zelf vervaardigen uit
houtslijp en ook wel uit menschelijk papier en dergelijk
gedoe.
Ook de hommels hebben hun nesten in den grond. Wes
pen en hommels blijven werken tot laat in het najaar.
Dan gaat met de eerste vorst hun heele bedrijf te gron
de. Maar lang te voren hebben dan de toekomstige
koninginnen het bedrijf verlaten en voor zich alleen
een winterverblijf gezocht. Reeds in Augustus kunt ge
het zien, dat zoo'n hommelkoningin zich ingraaft.
We zagen in den rozentijd reeds in en langs den vijver
de waterlelies, de gele plompen en de moerasspiraea's
in bloei komen en ik sprak bij die gelegenheid ook al
van „onstuimigen groei" langs den oever. Dat komt nu
los in Juli en Augustus. Het riet schiet meters hoog op
en vormt weldra zijn bruine pluimen. Ruig Wilgen
roosje gaat bloeien tusschen de Moerasspiraea's, tegelijk
met de mooie groote Gele Wederik. Door alles heen
rankt zich de blauw-paars bloeiende Moeraslathyrus.
Aansluitend aan den kruipwilgenrand hebben wij een
69