kruidbloemen worden door hun vrinden dus nog al aardig toegetakeld. De Nachtsilene heeft dezelfde geschiedenis. Overdag zijn de witte smalbladige bloempjes armetierig ineen geschrompeld, 's avonds ontplooien ze zich tot helder stralende fraaiigheid. Deze Sileentjes bloeien tot laat in den herfst en dan raken ze een beetje in de war met de korte dagen en met somber en koud weer. Het kan dan dikwijls genoeg gebeuren dat ge ze in den morgen aantreft met mooi gestrekte bloemen en pas uitgeschoten meeldraden. De Teunisbloemen raken eveneens in den herfst de kluts kwijt. Ook de Kamperfoelie is zoo'n avondbloem, duurt één of twee etmalen en is zeer bijzonder ingesteld op het bezoek van die langtongige Pijlstaartvlinders. Menig maal heb ik op zomeravonden in het duin de groote beesten in woeste vlucht zien aanstormen, telkens heel even zwevend voor de opening van de bloem en daarbij zonder erg met den buik de helmknoppen of de stempel aanrakend, al naar den leeftijd van de bloem. Er zijn ook wel Pijlstaarten die overdag vliegen, o.a. de Mee krapvlinder en de Ligusterpijlstaart, geen van beide vroeger zeldzaam. Maar nu zijn ze schaars en wanneer we de kamperfoelie zien prijken met de mooie glanzige roode vruchten, dan hebben we dat weer vooral te dan ken aan den Tuinhommel. Het maakt uw zomeravondwandeling wel heel onder houdend, wanneer ge eens op al dit bloemenwerk gaat letten. De Toortsen zijn morgenbloemen. Ze openen zich bij zonsopgang, zelfs eerder, maar niet met zulke snelle bewegingen als Teunisbloem, Zeepkruid en Silene. Wij hebben verschillende soorten van Toortsen in den Hof: de Paarse, die in Mei begint te bloeien, de Zwarte, met gele bloemen en paarsbehaarde meeldraden, de Melige met gelige, doch meestal witte kleine bloemen, en dan nog de meer gewone, n.1. de Stalkaars, de Konings- 63 Een Jaar in Thysse's Hof 5

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 92