door den heelen Hof heen, maar het dichtst in den schaduwrijken zuidoosthoek bij bank 2, waar ze op één plek zelfs geen ruimte laten aan andere planten. Dat ligt trouwens geheel in hun aard, ge vindt daar elders in den Hof ook voorbeelden van. Dat komt hiervan daan, dat deze plant zich alweer verheugt in het bezit van wortelstokken, die zich rijkelijk vertakken en snel voortgroeien met scherpe groeipunten, evenals het ge duchte Kweekgras. De heerlijk geurende, prachtige bloempjes geven niet dikwijls vruchten. Slechts hier en daar zie je aan de uitgebloeide stengels een enkele roode bes. Toch schijnt dat nog dikwijls genoeg te ge beuren, om de plant een verspreiding door zaad te waarborgen, want hoe zou het anders komen, dat wij in het duin, ver naar den zeekant op Noordhellingen soms heele gezelschappen Lelietjes van Dalen voor den dag zien komen? Nu heb ik van een vriend in Wageningen een stelletje Lelietjes gekregen, die wel veel vruchten maken en daarmee gaan we nu in den Hof pronken. Van de Salomonszegel hebben we twee soorten: de Veelbloemige en de Gewone. De eerste vindt ge in dat schaduwrijke hoekje. Ze zijn grooter en slanker dan de Gewone, hebben ronde stengels en in de oksels van de bladeren trosjes van tot wel tien of twaalf slanke bloempjes. Deze Veelbloemige lijkt wel meer eigen te zijn aan de bosschen van het oosten van ons land, maar komt toch ook in de duinbosschen voor, getuige de fabelachtig mooie groei in de Boschjes van Pex bij den Haag. De Gewone Salomonszegel groeit in ons land het mooist en rijkst in het Kennemer duin, zoowel in de bosschen als op de vlakte en in groote verscheidenheid. Die heb ben we dan in den Hof ook aangebracht. Ge vindt er slanke exemplaren en gedrongen vormen, smalbladige en breedbladige, armbloemige en rijk bloeiende. De neerwaarts gerichte bloemen worden bezocht door hom mels. Honig is er niet, maar die hommels porren met 49 Een Jaar in Thysse's Hof 4

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 66