M^ei begint dikwijls al in April, maar April dringt ook
wel eens een week door in Mei. Het begint met het uit
steken van d'e Nederlandsche vlag: rood van Ooievaars-
bek, wit van Akkerhoornbloem, blauw van Eereprijs.
Wit krijgt de overhand met Fluitekruid, dat nu op zijn
mooist is, Knikkende Vogelmelk (op zijn nadagen),
Lieve Vrouwen Bedstroo, Look zonder Look, Lelietje
van Dalen, Daslook, Schermdragende Vogelmelk, Zo
merklokje, Grootbloem-Sterremuur, Dalkruid, Vogel
kers, Lijsterbes, Meidoorn. Wit zijn ook de in blad
komende Abeelen. Daarmee zijn we dan gevorderd tot
omstreeks half Mei. Al die planten hebben natuurlijk
weer ieder hun eigen historie. We zouden eenige boek-
deelen noodig hebben, om dat alles naar behooren te
vertellen. Ik pik er dus slechts enkele bijzonderheidjes
uit; ongeveer hetzelfde wat ik zou vertellen, als ik eens
een uurtje op een mooien Meimorgen met u in den Hof
wandelde.
HOOFDSTUK III
DE MEIMAAND
Het Lieve Vrouwen Bedstroo staat aan den Ingang links
onder den Beuk en daar hoort het ook, want het is een
van de weinige bloemplanten, die gedijen kunnen in
dichte schaduw. De donkere blaadjes staan in kransen,
de witte bloemtrossen steken er boven uit. De plant is
beroemd om haar geur, die zich echter pas duidelijk
doet gelden als zij verdord, gestorven en gedroogd is.
In dien toestand wordt zij ook benut, om Meiwijn te
kruiden.
Look zonder Look houdt van lichte halfschaduw en
vertoont zich dadelijk, wanneer wij een perceeltje eiken
bosch kappen. De zaden, die uit een vorige periode van
voorspoed nog in den grond lagen (ze kunnen het jaren
uithouden, zonder te ontkiemen) worden door het licht
tot leven gewekt en dra is de grond bedekt met jonge
41