39 struiken hebben alleen stamperbloemen, andere alleen meeldraadbloemen, dus de plant is „tweehuizig", even als de Wilgen en Populieren. In het najaar zullen we dat duidelijker beseffen. Het mooist zijn de Berken. Bij hen vallen bloei en blad- ontplooiïng samen. De boom ondergaat een weelderige ontspanning en verrukt iedereen door zijn teere gratie. En wat een verscheidenheid. Sommige vertoonen de welbekende witte schors, andere zijn overtogen met rooskleurig, andere bruin, enkele hebben fraai neer hangende twijgen, andere zijn stugger. Vele hebben hun twijgen van het vorig jaar bezet met tallooze witte wrat jes, bij andere zijn die takjes eenigszins donzig, bij nog andere glad. Er zijn in ons land eigenlijk twee soorten berken: die met de wratjes heet Ruwe Berk, de donzige is de Zwarte Berk, de gladde is een kruising van beide. In de duinen komen alle vormen voor. In den Hof hebben wij ze ook; de Zachte komt het meest voor op vochtige plaatsen. De echte Ruwe en de echte Zachte krijgt men minder te zien dan de tusschenvormen.- Berken zijn éénhuizig. Bij het begin van den bloei han gen de mannelijke katjes mooi langgestrekt omlaag, de vrouwelijke schieten uit de knoppen loodrecht omhoog. Na den bloei vallen de mannelijke katjes af en de vrouwelijke, de vruchtkatjes, gaan nu ombuigen en ko men loodrecht omlaag te hangen. Zoo geven ze den tijd van het jaar aan. Het Krentenboompje bloeit meestal midden April en wel overdadig met mooie losse trossen van witte bloe men te midden van ontluikend licht leerbruin blad. Het is een gast uit Amerika, maar flink verwilderd in bui tenplaatsen langs den duinrand, in 't Haagsche Bosch, Haarlemmerhout, Bloemendaalsche Bosch en ook der mate in bosschen bij Dwingeloo, dat hij als aantrekke lijkheid fungeert naast Peer en Appel en Kers van Be tuwe en Beemster en Zuid-Limburg. Wij hebben ook een Europeesch Krentenboompje, een plant uit het Centraal-Europeesche Middelgebergte.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 50