„wortelbroed" dat hier en daar zelfs uitgestrekte bosch-
jes vormt. Nu heb ik gedacht, dat ik wel eens een heel
dikke esp zou kunnen krijgen, wanneer ik dat wortel-
broed telkens afsneed. Dat doen wij dan ook. In de
beschutting van de fijnsparren bij bank VII hebben we
een mooie loot laten staan, alle andere loten rondom
vernietigd en nu zullen we eens zien, wat daarvan te
recht komt. We zullen dat geregeld nameten. We zouden
dat met een Sleedoorn ook kunnen probeeren.
Een tweede nog mooiere Sleedoorngroep vindt ge bij
de bijenkast. Ook deze is uit twee struikjes ontstaan en
heeft zich nu naar alle kanten uitgebreid, zelfs onder
de paden door naar het groote grasperk en naar het
duinroosvak.
Ge moet in 't begin van Maart eens heel bijzonder op
dien Sleedoorn letten. Zijn dicht donker takkengewar-
rel, dat hem wel den naam heeft bezorgd van Zwart-
doorn (blackthorn, épine noire, schwarzdorn) is nu
uiterst fraai versierd met talrijke groepjes van licht
bruine knopjes, ook wel alleenstaand en alles met alles
fijn Japans aandoend. Houd hem in 't oog, dien Slee
doorn. Die bruinroode knopjes zijn bloemknoppen. De
eigenlijke bladknoppen, beter gezegd twijgknoppen, zijn
om dezen tijd van het jaar niet eens zoo duidelijk te
zien.
Het is nu ook nog net tijd, om onder dien Sleedoorn
de Gevlekte Aaronskelken te zien opkomen: echte heg-
geplanten. Andere heggeplanten zijn Gouwe, Voorjaars
helmkruid, Look zonder Look. Die behooren allemaal
thuis in deze groep.
De Meidoorn, die overal in den Hof staat, begint nu
groene knopjes te vertoonen en de Kardinaalsmuts gaat
zijn knoppen strekken.
Er komt al meer en meer leven in de brouwerij en nu
moet ik u nog even brengen naar het Peperboompje,
waar u in het zonnetje het kunt treffen, dat de vroege
vlinders: de Kleine Vos en de Citroenvlinder, op den
heerlijken geur afkomen en hier honig vinden. Die
24