22 één winter verorberen, loopt in de vele, vele millioe- nen. Maar er zijn er genoeg. Wanneer het niet te hard vriest, dan kunnen de vogels altijd nog drinken en baden in het water, dat aan de westzijde van den vijver uit de duinen komt afvloeien: het grondwater. Bij zeer strenge, langdurige vorst hakt de tuinman bijten. Nu valt de dooi in. De mossen en de varens en ver schillende vogels weten dat meestal een halven dag eerder dan wij. Roodborst en Merel gaan binnensmonds zingen, vooral wanneer de tuinman aan zijn grondwerk begint. Het Pimpelmeesje slaat ook aan 't zingen, de Winterkoning schettert aan den waterkant, Heggemusch gaat ook meedoen, en wanneer wij verkeeren in de vier de week van Februari dan weergalmt ook de vinkenslag. Jaar op jaar staat in mijn dagboeken de vinkenslag genoteerd op 23 of 24 Februari. Nu zingen ook Groote Lijster en Zanglijster. De Groote Bonte Specht heeft in Thysse's Hof nog geen trommelboom, maar wel in het Bloemendaalsche Boscli vlakbij en zijn geluid kunnen wij in den Hof vaak genoeg hooren, zoowat in alle maanden van het jaar, maar het drukst toch in de Len te. Soms begint hij al met Nieuwjaar. Hij is anders een trouw bezoeker van den Hof. Soms komt hij met zijn wijfje krijgertje spelen rondom de stammen van onze jeugdige eikjes. Een andermaal zien we hem bezig aan de wormstekige paaltjes van de heiningen, die hij heele- maal kaal schilt, daarbij geholpen door zijn verwanten de Kleine Bonte Specht en de Groene Specht, die dan zijn geregelde mierenmaaltijden afwisselt met schors- keverkost. De planten hervatten hun bezigheid. Vele hebben trou wens ook onder de sneeuw nog vorderingen gemaakt. Omstreeks 1 Maart bloeien Sneeuwklokjes, Lenteklok jes en Winteraconiet op hun mooist, Sterhyacinth en Crocus beginnen ook mee te doen. Elzen en Hazelaars zijn nu meestal uitgebloeid, uitgezonderd eenige „trage" individuen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 31