maal, buigt echter zijn bloeistengel neer, wat Sneeuw
klokje ook doet. Let er eens op, dat die eikvarens niet
dadelijk bij 0° C. ineenschrompelen. Bij windstilte blij
ven ze nog frisch tot —3° zelfs —4° toe. De grond raakt
hard bevroren, de vijver krijgt een ijsdek en spoedig,
laat ons hopen, komt ook de sneeuw. Een paar dagen
van ijzei of rijp zetten de kroon op het werk en nu
moeten we ons den naam van vogeltuin waardig maken.
Het aardige voederhuisje is al geplaatst in het begin
van December en wel tusschen de sparren, waar de
kleine vogels zich kunnen bergen, wanneer onraad
dreigt. Er wordt gevoerd met brood, liefst bruin, met
cocosnoot, pinda's, hennepzaad en Sluis' winter-stroo-
voeder, waarvan onze Stichting, als zijnde van algemeen
nut, iederen winter door bemiddeling van de Neder-
landsche Vereeniging tot Bescherming van Vogels en
kele tientallen kilogrammen ten geschenke ontvangt.
Behalve in het voederhuisje, voeren we ook op den
grond. Bovendien zijn wij er op bedacht den geheelen
Hof dienstbaar te maken aan het welzijn van de vogels.
Vrijelijk laten wij allerhande „onkruid" tieren en moe
digen het zelfs aan. De afgestorven vruchtstengels van
Toorts en Teunisbloem, van Hoornpapaver, Hennep-
netel, Klit en Hondstong en al dat spul worden pas
„opgeruimd" laat in de lente, als het laatste vruchtje
of zaadje er uit is gepikt. We nemen geen bijzondere
maatregelen, om sommige vogelsoorten te bevoorrech
ten of andere te weren. Ieder is welkom. Het spreekt
vanzelf, dat de Bonte Kraaien, de Houtduiven en de
Musschen een flink aandeel weten te bemachtigen.
Wie komen er nog meer? Wel in de eerste plaats de
Meezen: de Koolmees met zijn blauwzwarten kop en
gelen onderkant met zwarten middenband, de Pimpel
mees met prachtig helderblauw schedelkapje en don-
kerblauwen nekkeband, de Zwarte mees met zwarten
kop en groote witte vlek aan achterhoofd en nek en
nergens geel, evenals de Zwartkop-meezen, die ook geen
geel hebben, enkel zwart en wit en grijs. Ondanks het
19