neerhangen. Je kunt dan zien, dat de helmknopjes tus-
schen de schubben nog dicht zijn en we mogen dus nog
niet van vollen bloei spreken, al is de struik dan ook
nog zoo mooi behangen met zijn gele franje. Na eenige
dagen bersten die helmknopjes open en dan stuift de
hazelaar. Intusschen zijn dan ook de vrouwelijke katjes
merkbaar geworden. Die lijken veel op gewone blad
knoppen, maar vertoonen een pluimpje van prachtige
stempels, tusschen vuurrood en karmijn, heel sterk van
kleur, vooral als de voorjaarszon er door straalt. Bij
sommige hazelaars vertoonen die vrouwelijke katjes
zich, eer de mannelijke gaan stuiven, bij andere is het
andersom. Beide gevallen zijn in Thysse's Hof te zien.
Of die hazelaars ook vruchten dragen? Ja stellig en ik
weet precies, wie ze eten.
De Zwarte Elzen zijn gewone inlandsche hoornen. In
den Hof staan eenige eeuwenoude exemplaren dicht hij
den ingang en rondom den vijver een aantal jongere,
tot heel jong toe, want ze kunnen daar in de buurt van
het grondwater uit zaad opslaan en dan prettig opgroei
en. Nog eer ze tien jaar oud zijn, gaan ze al bloeien.
In onze duinstreek zijn de elzen nog wel bekend als
singels om de bollenvelden, ijle strooken hakhout en
ieder kent het oranje van de stompen, wanneer die
elzen periodiek worden gekapt. Het zijn altijd nog de
aardigste windschermen.
Dit is nu zoowat het voornaamste, dat in Januari en
Februari aan bloei te zien is. Aan groei is nog veel
meer te beleven: opschieten van crocus, sterhyacinth,
vogelmelk, berelook, wilde tulp, aaronskelk, nieuw
groen van fluitekruid, gouwe, primula, voorjaarsvroe-
geling, hoornbloem, veldkers enz. Ook gaan de mossen
groenen en sommige vertoonen reeds sporedoosjes op
dunne kleurige stelen.
Dit alles wordt onderbroken door een paar vorstweken.
Alles wat zoo tierig stond, schrompelt ineen, vooral de
mossen en de eikvarens. Sneeuwklokjes en Aconieten
sluiten hun bloemen, Lenteklokje ook, maar niet heele-
18