wolken, de foto van het omslag en die van het hekje
van Thysse's hof heeft gemaakt. De Knikkende Vogel-
melk is van Strijbos, de Wilde Reseda van Burdet, en de
andere van mijzelf. Ik ben pas op mijn 65ste jaar be
gonnen te fotografeeren, maar ik heb veel profijt gehad
van de voorlichting van Ad. Burdet en J. C. Mol.
Ook heeft men mij gevraagd of ik de jammerklachten
van de Inleiding tot den eersten druk blijf handhaven.
Helaas, ja. Maar gezien de tijden wil ik er geen nadruk
op leggen. De tegenwoordige positie behoedt ons in de
eerste jaren voor nijpende tekorten. Maar weldra moe
ten we een nieuw hek hebben en we droomen ook al
lang van een licht en luchtig tentoonstellingsgebouwtje.
Daarvoor vraag ik uw aandacht ter gelegenheid van een
eventueel vredefeest. Tot zoo lang kunnen we tevreden
zijn met wat we nu reeds bezitten.
Men heeft gevraagd of de leden van de Stichting de
boekjes kunnen krijgen voor een lageren prijs. Op
deze vraag heb ik zwijgend het hoofd geschud. Laat ons
dit goed begrijpen: de leden, donateurs en maecenaten
van Thysse's Hof hebben geen enkel voorrecht. Wel
krijgen zij geregeld een keurig verzorgd Jaarverslag.
Nog heeft men mij gevraagd of de Stichting geldelijk
voordeel heeft van het eventueel succes van deze boek
jes. Het antwoord luidt bevestigend.
Het heeft mijn aandacht getrokken dat geen van deze
vragen betrekking hebben op den eigenlijken Hof zelve:
op de planten, de dieren, het landschap. Vraag daar
ook eens naar, daar zouden de inleidingen van de
Herdrukken van kunnen profiteeren.
Bloemendaal, 1940. JAC. P. THYSSE.
BIJ DEN DERDEN EN VIERDEN DRUK
Zooals het behoort zijn in den derden druk fouten ver
beterd, is de tekst hier en daar uitgebreid en er konden
13