tig, als daar die kleine peuters staan te kijken naar de zingende nachtegaal, geen vijf meter van hen af en nie mand kikt een woord, ook de leidster niet. En dan weer bij de bijen, of de hommels, die op de bloeiende thym te grazen gaan als koeien op een wei, of bij allerlei bloemen, die nu open zijn, terwijl ze de vorige week nog in knop waren. Ja, eigenlijk heb je het meest er aan, wanneer je geregeld komt en op verschillende tij den. Schoolklassen om de veertien dagen, dat is al heel goed. Sommige houden „dagboek", andere schetsen. Met groote klassen is het ondoenlijk om in den Hof „les" te geven. Die „les" moet in de school gegeven worden en het bezoek aan den Hof sluit zich dan daar bij aan. Dikwijls komen ook „excursies" en sommige verstouten zich wel, te vragen om begeleidende voorlichting. De tuinman doet dat vaak en bij hooge uitzondering waag ik mij er ook af en toe aan, maar ik ben nu 78 jaar en heb groot respect voor mijn dokter. Maar het aardigst is het, wanneer ieder voor zichzelf zich hier komt verlustigen. Menigeen komt in den Hof om de rust en de bekoorlijkheid alleen en dat is dan ook volkomen in den haak. Nu heb ik in deze Inleiding van de vogels alleen den Nachtegaal genoemd. Onze zorg voor de vogels bepaalt zich tot het verschaffen van voedsel en water in den winter, het onderhouden van nestkastjes, het zorgen voor dicht kreupelbosch, brandnetels en andere „ruig ten" en het handhaven van het gebod van niet buiten de paden te gaan. Dit alles met elkaar waarborgt een dichte bevolking van allerlei vogels, zooals ge in het boekje kunt lezen. De Hof is open 's morgens van 9-12 uur en 's middags van half twee tot 4 of 5 uur, al naar het jaargetijde. Bovendien van half Mei tot September 's middags van 1^—5Yi uur en 's avonds weer van 7-8j^ uur. Als wij ons de weelde van een tweeden tuinman konden veroorloven, zou ik een dienst willen instellen van 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 16