groeien deze vruchten uit, ze worden al zwaarder en zwaarder. Niet zelden gebeurt het, dat de takken af knappen, maar we geven ze ook wel bijtijds een steuntje. In Augustus zijn ze groot en donkergroen. Dan begin nen ze te kleuren en nu openbaart zich weer een groote verscheidenheid. Sommige worden zuiver rood, andere steenrood, nog weer andere rood met lila aanslag, of bleekrood en dat kan weer overgaan tot donker rood. Dat gaat allemaal ook weer gepaard met groote tijd verschillen. In October beginnen de vruchten open te springen en dan komen de oranje zaden er uit, bungelend aan spier witte dikke draden. Dat oranje is een dik, vettig velletje en we noemen dat „zaadmantel". Het eigenlijke zaad is wit en het aardigste is wel, dat wij binnen in dit kiemwit een bleekgroen volledig plantje vinden met stengeltje, een paar blaadjes vlak tegen elkaar liggend en een heel klein knopje omsluitend. Dat groene din getje is wel het allermooiste voorbeeld van een „kiem" dat ik ken. Alweer een reden te meer, om van die Kar dinaalsmuts een hoofdonderwerp te maken bij het on derwijs in de plantkunde. Mag in geen enkelen school tuin ontbreken. Wat zijn ze nu prachtig in het eind van October. De meeste struiken zitten nog dik in de bladeren, maar die zijn al aan het verkleuren en sommige vallen toch reeds af. Hierbij ook alweer groote verscheidenheid. Som mige struiken laten hun bladeren vallen als ze nog groen zijn, bij andere verkleuren ze van groen naar geel, nog andere van groen naar violet en donkerbruin of rood. Zoodra de oranje zaden uit de vruchten hangen, komen de vogels er op af: roodborstjes, merels, zanglijsters, groote lijsters, kramsvogels, spreeuwen. Doordat de struiken zoo ongelijk van ontwikkeling zijn, kunnen de vogels rijpe kardinaalsmutszaden vinden van October af tot in Januari toe en nog later zelfs. Ze moeten veel 77

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 108