kroon. Nog later gaan die bladeren vallen en dan tooien de vruchttrossen nog de kale twijgen. Het is met die Geldersche Roos een bijzonder geval. Men lust hem blijkbaar niet. De vogels zien die bessen stellig en zeker, want ze hebben een goed gezicht op rood. Maar aanvankelijk kijken ze er niet naar om. Later weer wel, maar bij vlagen en dan zijn het vooral de trekkende Zanglijsters en Groote Lijsters die het werk doen, ook soms spreeuwen en in bijzondere jaren de Pestvogels. Ook muizen komen er op af, die schijnen er zelfs voorraden van aan te leggen. Het is hun om de pitten te doen. De roode bottels van Hondsroos en Eglantier blijven lang aan de struiken zitten, soms wel den heelen winter door. Als er een flinke trek van Lijs ters komt, dan zijn ze gauw verdwenen. Niet alleen Merel en Zanglijster, maar vooral Groote Lijster en Kramsvogels kunnen er prachtig mee terecht, ook de Pestvogel. Allemaal slikken ze die bottels in hun geheel in, want het is hun om het vleezig omhulsel te doen. De ruige harde pitten passeeren ongedeerd het darmkanaal en zoo raken de rozen dan verspreid. Geen wonder, dat het ongerepte duin zoo rijk is aan rozen. Maar de Groenvinken willen wel weer heel graag de pitjes eten en ge ziet ze dan in de struiken ook bezig met de bottels open te hakken en de pitjes te kraken. Prachtig te zien, vooral als de sterk gekleurde vogels hun herfstrui hebben volbracht en de paartjes zich heb ben gevormd. Zoo zag ik eens op 3 December in de groote Hondsroos een Groenvinkenpaar spelen en figu- reeren en na groote opgetogenheid weer kalmpjes bot tels breken. De zwarte bottels van de Duinroosjes trekken bij de vogels niet veel aandacht; ik heb nog niet gezien, wat er mee gebeurt. En uren lang heb ik bij de Sleedoorns gezeten om te zien, wie in den Hof er zich mee bezig houdt. De prach tige pruimpjes blauwen al in Augustus en in Septem ber steken ze mooi af tegen het gelende blad. In den 75

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 106