zelfde middelen de kasteelenbouwers hier en ginds
hun doel op nagenoeg dezelfde wijze bereiken.
Maar ieder geval kende eigen factoren, waar
rekening mee gehouden moest worden. Zoo be
paalt het beschikbare materiaal evengoed als de
terreingesteldheid bouwwijze en aanleg. Verwant
schap in den plattegrond van burchten, welke op
den uitlooper van een bergketen verrezen, wordt
dan ook aangetroffen bij een overeenkomstige ter
reingesteldheid.
In houtrijke streken bediende men zich langer van
houtconstructies, dan daar, waar breuksteen en
keien voor het rapen lagen.
Onze lage gewesten boden in moerassen en in het
stroomgebied onzer beken en (kleine) rivieren een
natuurlijk verdedigingsmiddel, waaraan de mensch
slechts weinig behoefde te verbeteren. Dit verklaart
waarom vergelijking van den Nederlandschen kas-
teelenbouw alleen vruchtbaar zal zijn met typen in
het buitenland, waar de terreingesteldheid ver
wantschap met de onze vertoont.
Ten slotte verlieze men niet uit het oog, dat de
middeleeuwer kennis had van wat er buiten zijn
gewest geschiedde. Al beschikte hij niet over de
moderne technische verbindingsmiddelen, hij was
bereisd genoeg om uit eigen ervaring te weten wat
er ook ver van eigen huis op het gebied, dat ons nu
bezig houdt, geschiedde.
Om eenige voorbeelden te noemen van de bereisd
heid van den Middeleeuwer het volgende:
De abdij van D e u t z bij Keulen bezat goederen op
Nederlandsch gebied. Uit een stuk, dat gedateerd
wordt tusschen de jaren 1155 en 1165 31) weten
wij, dat de abt omtrent St. Bartholomeusdag (24
Augustus) in gezelschap van vijf of zes ridders en
het noodige personeel zijn goederen kwam inspec-
teeren. Het ligt voor de hand, dat in deze dagen
30