gaan en dan zal het er niet veel toe doen of de
teekenaar het met de verhoudingen niet al te nauw
nam, of hij een dak te steil of een toren wat te hoog
maakte, mits de afbeelding maar den indruk maakt
de eigen waarneming te geven van een tijdgenoot.
Anders is het gesteld met het weergeven van een
kasteel in den toestand van een paar honderd jaar
vroeger. Dan is het immers niet mogelijk na te
gaan of de stift van den teekenaar een meer of
minder aannemelijke eigen visie op het geval
weergaf, dan wel of hij zich liet leiden door een
oud, thans verloren gegaan schilderij.
Bieden oude afbeeldingen het voordeel in één oog
opslag een indruk te krijgen over afmetingen,
vormgeving en over den toestand vóór een sedert
dien plaats gehad hebbende wijziging, zij zullen
ons meestal in den steek laten, wanneer wij er ge
gevens aan willen ontleenen omtrent den tijd der
stichting. De meeste afbeeldingen toch geven de
kasteelen weer in den tijd van de zooveelste periode
hunner bouwgeschiedenis.
Een tijdroovend en moeizaam werk vormt de aan
vulling onzer kennis uit
archivalia en oude litteratuur.
Eenerzijds immers is dit materiaal zeer uitgebreid,
zoodat veel tijd noodig is om van alles kennis te
nemen; anderzijds schieten deze bronnen in den
regel te kort juist daar, waar men zekere details
zou willen vernemen. Dit verklaart dan ook, dat
de meeste werken over Nederlandsche kasteelen,
niet de volledigheid hebben, welke men zou wen-
schen. Nu eens zullen talrijke historische feiten be
kend zijn, dan weer zal de genealogie van de be
woners volkomen vast staan, maar wanneer de
veste gesticht werd, waarom zij juist op deze plaats
werd opgericht, welke omvang er aan gegeven
werd en hoe zij er uit zag, dat alles zijn vragen, die
28