scutte", die er aanwezig zijn ter beschikking, en de
graaf en zijn erven zullen, na gebruik of wanneer
zij dit oorlogstuig niet meer noodig hebben, dit
teruggeven, eventueel aanvullen of de waarde er
van vergoeden. Zoolang de leenheer den burcht ter
beschikking heeft, zoolang mogen de van Hemerts
er met hun „dagelics gesinde" op verblijven. 24)
Van het Huis T eylingen vermeldt Simon v.
Leeuwen 25) de beleening van 1358. Aalbregt van
Wateringen draagt het goed aan Hertog Aalbregt
van Beyeren op en maakt bekend „dat wij dat
Huys en Burg te Teylingen voorsz. ontfangen heb
ben van onsen lieven Heere Hertog Aalbregt voor
noemt, te behoeden en te bewaren tot onses lieves
Heeren behoef, en te sijn oirbaar nut), en daar
op neygeman te ontfaan, nog te komen te laten
van ons liefs Heeren wederpartye: maar worde
eenig des vrunden onses lieves Heeren voorsz. be
last, dat hij dat huys nood hadde, die souden wij
inlaten, om te beschudden naar onser magt. Waar
ook dat saake, dat onse lieve Heere voorsz. des
huys nood hadde hemselven mede te behelpen, te-
gens sijnen Vijanden, soo soude hij daar op leggen
mogen, gelijke knapen, daar wij onsen lieven
Heere, en ons mede behelpen mogten, dewelke ons
lieven Heere selver bekostigen souden en quy-
ten
Invloed van het landsheerlijk gezag spreekt uit
verschillende oorkonden; nu eens legt de vorst den
bouwlustigen kasteelheer beperkingen op, dan weer
biedt hij hem materieelen steun aan bij den voor
genomen bouw van een sterkte. Ten slotte zijn ook
gevallen bekend, dat de landsheer de opkomende
steden bevoordeelt door het bouwen van sterke
huizen binnen een bepaald rayon te verbieden of
wel den bouw aan beperkende regelen te binden.
Zoo maakt hertog Aelbrecht bij oorkonde van 1387
bekend, dat hij aan Aernd van der Dussen, zijn
24