haar weerstandskracht. De verdediger zal er dus
op bedacht zijn de zwakke punten steeds in beteren
staat van verdediging te brengen en zijn hiertoe
te treffen maatregelen uitbreiden naarmate de
aanvalsmiddelen in uitwerkingskracht toenemen.
Zoo zien wij de smalle en hooge schietspleten na
het in gebruik komen der vuurwapenen geleidelijk
vervangen worden door breedere en kortere schiet
gaten voor haak- en donderbussen. Ook zien wij,
dat in een ronde palissadeering een houten verde
digbaar poortgebouw verrijst en dat dit al spoe
dig in steen wordt opgetrokken. Bij een aan alle
zijden door water omgeven enceinte was immers de
ingangspoort de plaats, waar dit natuurlijke ver
dedigingselement tot de minimumeischen werd
teruggebracht. Al spoedig verrezen naast de toe
gangspoort flankeerende torens; ook werden de
ringmuren van dergelijke uitgebouwde torens voor
zien, die ten doel hadden de veldzijde van den
muur te bestrijken. Uit de omstandigheden ont
wikkelt zich van zelf het type der torenrijke
burchten.
De XVIIIe eeuwsche geschiedvorscher Mr. Gerard
van Loon geeft een verklaring voor de aanwezig
heid van torens op andere gronden. Hoewel ik
overtuigd ben, dat bun bestaansreden gezocht moet
worden in de eischen, welke de practijk der ver
dedigingskunst stelde, is van Loon's opvatting
merkwaardig genoeg om ze hier te vermelden:
zo heeft men ook deze Adelijke Sloten zo hier
te Land als elders ten blijk, dat der zeiver eygenaa-
ren door hunnen hoogen adelijken rang boven alle
de overige Oneedele Inwooneren uytmuntten,
daarom ook met zeer hooge en prachtige Toornen
gemeenlijk zien opgesierd, even gelijk de zeiven in
zeer groot getal weer altemets onder den voet wer
pen en sloopen, zoodra de eygenaar, door 't begaan
van eenige zwaare misdaaden, het zy van verraad
17
2