Een huys op des dikes kant,
Dat den dijc bescermen zoude
Middelborch heette deze sterkte terwijl boven
dien 6)
Hi hadde begonnen teNuwendoren
Sider daerna ene veste,
De nu wel naer is de beste,
De in al den lande staet.
Van een kasteel in Zeeland zegt de Rijmkro
niek: 7)
De Mortier was te dien stonden
Ghemannet ende ghespiest wel:
en van het slot M u i d e n lezen wij in het relaas 8)
over de verraderlijke gevangenneming van graaf
Floris alleen maar:
Si voeren te Mude metten grave
Ten huse, dat hi met siere have
Hadde ghecocht ende doen maken.
Zoo zien wij dus, dat Melis Stoke de benamingen
borch, veste, huys en casteel door elkaar kon ge
bruiken om zijn tijdgenooten duidelijk te maken,
dat hij het had over kasteelen, die aan de eischen
van de toenmalige oorlogsvoering voldeden.
Dergelijke dwingburchten hebben doorgaans geen
lang bestaan. Na den moord op graaf Floris den
Vijfden lezen wij 9) dan ook, dat de Friezen het slot
Widenesse van den slotvoogd opeischten, dat deze
het overgaf, waarna de Friezen
braken thuis toter eerde,
Ende voeren ter selver uren
Ende braken thuys ten Niwen dueren,
Dat al niet en was volmaect.
8