95 Litteratuur: Moes en Sluyterman, Nederl. Kasteelen, dl. III, blz. 101 e.v.; Louis baron de Crassier - Comté de Hornes in Public, de la Société hist. et archéol. dans le Limbourg (1929); Mr. R. de Nerée tot Babberich - Horn - in Limburg's Jaarboek (1924) en Prof. P. O. van der Chijs in de Munten der Leenen van Braband en Limburg (1862). LICHTENBERG. De ruïne van den - (blz. 60) te St. Pieter bij Maastricht is het overblijfsel van een toren, die blij kens afbeeldingen uit de XVIIde eeuw geheel opgenomen was in een uitgebreid complex. De overlevering leidt den naam af van een Romeinsche lichtbaken. Historisch staat vast, dat er in de XlIIde eeuw een geslacht van Lichtenberg bestond, want in 1267 ver deelt zekere Syba van Tricht, weduwe van N. van Lich tenberg, haar uitgebreide goederen onder haar drie kin deren. Op het eind der XlVde eeuw wordt Jan Happart eigenaar, waarschijnlijk door koop, en hij verkoopt de be zitting weer aan Rogier Bock in 1410. Rogier's kleindochter huwt in 1439 Jan van Eynatten, Heer van Neuborg bij Gulpen. Het huwelijk van Maria Florentina van Eynatten in 1659 met Wolfgang baron van Schaesberg, brengt de Lichtenberg in dit geslacht, dat er eigenaar van bleef tot in het laatste der XVIIIe eeuw. Van toen af kwam de bezitting aan verschillende families en in 1921 aan de Cementfabriek (de E.N.C.I.), welker bedrijvigheid een be dreiging vormt zoowel voor het bestaan van den berg als voor dat van de ruïne. In 1568 betrok de Hertog van Alva zijn hoofdkwartier op den Lichtenberg en in 1632 deed zulks de Staatsche kolonel Pinssen van der Aa. Litteratuur: L. baron de Crassier, Succession généalogique des seigneurs de Lichtenberg, in de Publications du Lim bourg van 1895; dezelfde in Dictionnaire historique, sub voce Saint Pierre. - J. Sprenger, De Ruïne Lichtenberg in de Maasgouw van 1941. LOON-OP-ZAND, (blz. 62, afb. 9). Het huidig kasteel is slechts een klein overblijfsel van het in fig. 9 weergege ven en in 1777 gesloopt kasteel, zijnde het benedenge deelte van den hoogen toren. De breede grachten, het zware muurwerk en de riblooze kruisgewelven spreken van een bouwwijze uit vroegere eeuwen. Vijf eeuwen voor de slooping, geeft Hertog Jan van Brabant de grondheer- lijkheid uit aan Willem van Horn (1269), in 1387 aan Paulus van Haestrecht. Van het beleg, dat deze in 1400 van ridder Jan van Withem te doorstaan had, is de toren

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 116