92 metele poging waagde de Fransche aanvoerlinies aan den Rijn te bedreigen, vestigde hij er zijn hoofdkwartier, ander maal in 1676, terwijl de Fransche maarschalk, graaf van Löwendal, zulks in 1748 deed. Geslachten: de la Margelle (1592-1706), de graven van Hoensbroeck van Oost, het geslacht de Geloes (1729— 1936), waarvan het vererfde op den tegenwoordigen eige naar Raphaël graaf de Liedekerke de Pailhe, kleinzoon van René, graaf de Geloes, laatsten vertegenwoordiger (in Nederland) van een geslacht, dat de geschiedenis van zijn gewest heeft helpen maken. Litteratuur: Moes en Sluyterman, Nederl. Kasteelen, I, blz. 131 e.v.; L. baron de Crassier, Dictionnaire historique, subvoce Eysden. GENHOES,Kasteel-te Oud-Valkenburg,(blz. 71,afb. 18, 19). Een vleugel op rechthoekig grondplan is opgetrokken langs een der zijden van een omwaterd burchtvierkant; deze vleugel dagteekent van rond het jaar 1500. Een lagere ingangsvleugel uit de XVIIIe eeuw is haaks op den eersten opgericht. In den buitenhoek een uitgebouwde toren, de bergvrede; alles is in mergel opgetrokken. De oudste geschiedenis staat nog niet vast, de latere is ten gevolge van gelijktijdige gerechtigdheid van verschillende staken te uitvoerig om hier op te nemen. Sedert 1754 in het geslacht van Pelser-Berensberg. Litteratuur: De Monumenten van Valkenburg en omgeving door schrijver dezes, in het Bulletin van den Ned. Oud- heidk. Bond 1929, blz. 84; L. baron de Crassier, Diction naire historique du Limbourg, subvoce Vieux-Fauque- mont, Flament, A. Buiten 1914. HEER, de Burcht (blz. 59). Omwaterde toren op recht hoekig grondplan; de benedenbouw van kolenzandsteen met inwendige bekleeding van mergel, dagteekent waar schijnlijk nog uit de XHIe eeuw. De toren is in den loop der eeuwen gewijzigd; het dak met de hoektorentjes in de XlXe eeuw aangebracht, is voor eenige jaren andermaal gewijzigd. Sedert de tweede helft der XVe eeuw had het kapittel van St. Servaas te Maastricht de sterkte als gevangenis in ge bruik volgens de Crassier, maar in 1439 wordt zij al ge noemd als „ene goede vaste en seker gevenckenisse" (zie hierboven blz. 59). De burcht diende den Rijproost van St. Servaas tot woning; sedert de XVIIe eeuw werd hij door het kapittel aan een zijner kanunniken verhuurd; in verval geraakt, werd hij in de XVIIIe eeuw door het ka pittel gerestaureerd.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 113