door afschuining in den hoek meer gelijkvormig gemaakt aan de koorsluiting. Van de geprofileerde ribben zijn eenige stukken aanwezig, gelijk ook van de kapiteelen en basementen der zuilen. In de dikte van den westwand der kapel voerde een steenen trap naar de boven gelegen verdieping. Volgens oude afbeeldingen gaven een negental vensters licht aan de vertrekken boven ridderzaal en kapel; van dit hooge punt moet men van het uitzicht over het aan den voet van den berg gelegen stadje met in het verschiet de heuvelruggen van Haasdal, Hulsberg en Klimmen, genoten hebben. De vroe gere bestemming dier vertrekken zijn mij niet be kend; wel weten wij, dat in het zuid-westelijk ge deelte van het hoofdgebouw het vrouwenkwartier zich bevond, waaraan de naam „vrouwenerker" zijn herkomst dankt. Aan de zijde van het binnenplein, even oostelijk van het midden van de groote zaal is een gedeelte muurwerk behouden van een vierkanten toren, welke een der voornaamste factoren van een werk van middeleeuwsche krijgsbouwkunst bevatte: de put, zonder welke het uitgesloten geweest zou zijn een beleg van eenigen duur uit te houden. Bij het vernielen van den burcht was dan ook een der eerste en voornaamste zaken, het onbruikbaar ma ken ervan. Bij de restauratie is het er ingeworpen puin verwijderd; het grondwater werd bereikt op een diepte van omtrent 29 M.; daarna is de put weer volgestort tot op een diepte van 7 M., waar de tegenwoordige bodem in verbinding staat met een der uitgeholde gangen, welke uitkomt buiten den berg aan den weg naar Sibbe. Om zich een denkbeeld te vormen van de eischen, welke een goede watervoorziening aan den bouwmeester stel de, bedenke men, dat de tegenwoordige bodem van den put ligt op een hoogte tusschen het niveau van den weg aan de Birkelpoort en den Dwingelweg. 82

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 103