traveeën verdeelden; de smalle wanden geven een breedteverdeeling in twee traveeën aan, zoodat men in het midden, ter plaatse van de massa aarde, waarop een den gegroeid is, zich een rij van vijf zuilen kan denken. Van de vroegere kruisgewelven zijn alleen eenige stukken van de ribben op de ka- piteelen der muurzuilen over. Westelijk van deze zaal bevinden zich een gang (aan de zijde van den binnenhof) en een langwerpig vertrek, dat met zijn smallen wand tegen den noordgevel aansluit. Dit vertrek is door een tongewelf gedekt, had waar schijnlijk in den noordwand een venster en was aan de zijde van de gang toegankelijk. Het vermoeden is gewettigd, dat wij hier te doen hebben met de „kamer van der artelrye", want onder de toebe reidselen, welke voor het beleg van 1465 werden getroffen, wordt vermeld, dat twee metselaars „in den groten sael eyn gat durch die muyre gehouwen hebben ghaende in die kamer van der artelrye In de dikte van den wand, welke de artilleriekamer van de groote zaal scheidt bevindt zich een trap naar de verdieping. Met eenige treden daalt men uit de gang af in de voormalige kapel. De kapel is in een rechthoekige ruimte aangelegd; hiervoren hebben wij al gezien, dat de lengte-as van het ge bouw eigenlijk niet in de lijn Oost-West ligt, maar in de lijn Zuid-Oost-Noord-West; welnu, wilde men de kapel georiënteerd hebben, wilde men het altaar in het Oosten plaatsen, dan moest dit opge steld worden in een der diagonalen. In den hoek, welke gevormd wordt door den noordgevel van het gebouw en den wand, waar de artilleriekamer ach ter ligt, werd een koorsluiting van vijf zijden van een achthoek gebouwd en de middelste zijde kwam haaks op de diagonaal te staan. Door twee zuilen werd de tweebeukige ruimte in drie traveeën ver deeld, maar om wille van de symmetrie werd (la ter?) de oostelijke travee in den zuidelijken beuk 81 6

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 102