van een bonte verscheidenheid aan specimina. Na deze algemeenheden moge ik een en ander laten volgen over het werk van onze zoo verknocht geble ken kunstenaars. Behalve naar de reeds medegedeelde onderscheiding zou ik de objecten van hun arbeid in twee groote groepen willen verdeelende groep van de wapensteenen, steenen welke als hoofdmotief een of meer familiewapens vertoonen en die welke op gelijke wijze een persoonsvoorstelling geven. Uit mijn vorige opsommingen is het den lezer reeds bekend, dat beide onderwerpen op zichzlf niet nieuw waren. Geheel nieuw is echter de wijze van interpreteeren eerst al het Renaissance-element, dat hier uitbundig zijn intrede doet, dan de kostelijke levendige uitwer king van het gegevenhet rank- en bladwerk, koorden en kwasten, hangende doekjes, putti en naaktfiguren, beeldwerk uit de Oudheid, medaillons, hermen, voorts een keur van architectuur, afgezien nog van de „bij gegeven" klassieke tafereelen ter opsiering en vervol making, teneinde het geheel het „volle gewicht" van de rijke kunst te verschaffen. Door de humanistische literatuur men denke in dit verband aan onzen Erasmus kwam hier de nieuwe geest der Italiaan- sche Renaissance binnen. Verwonderlijk is het dus allerminst, dat menige steen een even voornamen als toepasselijken latijnschen tekst te lezen geeft. En in de derde plaats komt daarbij nog het overweldigende formaat, dat de kunstenaars, geheel strijdig met iedere tot dusver gevolgde usance hebben gekozen voor hunne werkstukken. Om een voorbeeld te ne mende hierbij afgebeelde steen (Afb. 20) op het eiland Ameland meet liefst 3,80 X 2,30 M. In den arbeid van de twee samenwerkende kunste naars en later van Vincent Lucas alleen is een climax onmiskenbaar. En wanneer ik daarvan nu een sum miere opsomming mag laten volgen, zou ik hier eerst 68

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 87