ledig te noemen mag ik de drie zerken voor de
Schenck's van Nydeggen niet overslaan. De Schenck's
waren drost op Middelaer en heer op het Limburg-
sche „Hillenraey" bij Swalmen of op Walbeek, beide
van ouds beroemde en nog bestaande adellijke huizen.
Tot dezelfde groep is eveneens te rangschikken de
prachtige steen in de kerk te Vierlingsbeek voor jon
ker Hendrik van Bylandt, heer van Well, Bergen en
van het Cuycksch-Geldersch-leen Macken, f 153 7,
met de zeer merkwaardige kwartierenplaatsing
Bylandt X HochstedenSchenck v. Nydeggen X
Horrem gd. SchramArenthal-Well X Gunterstorp
Ghoor-Kaldenbroek X Prijck van Geisbach.
Deze kwartieren staan twee bij twee in vierpas om
lijstingen terwijl zij toch bij vier in dooreen loopende
kwadraten geanalyseerd moeten worden. (Vgl. ook
bl. 77, noot). De Bylandsche haan, als helmteeken,
uitkomende boven de gekroonde helm, is geheel in
genesteld tusschen de dekkleeden, die het middenvak
van den steen in rijke overdaad als 't ware bedekken.
Aan dit kunststuk doet denken, ofschoon het niet
zoo'n prachtwerk is, de zerk te Grave voor „die veste
en vrome Reyner krumel van ruef gênant van ennatte
stathower tot graef"voerende in zijn wapen een
slangenkoppenkruis en een helm met wrong, voorzien
als helmteeken van een uitkomend geharnast been met
een gespoorden voetGothiek gemengd met Renais
sance vertoont dit werkstuk. Zijn ligging is abomina
bel, want juist op den rand van het kerkportaal, fun
geert hij als dorpel onder de Westelijke buitendeur.
Zooiets verdient de herinnering aan dezen afstam
meling uit het ridderlijke Limburgsche geslacht
Crummel van Eijnatten tot Ruijff (bij Henri-Cha-
pelle) toch zeker niet. En dit ook al niet, omdat hij
te Grave de hooge functie van stadhouder bekleedde.
Ook om zijn kwartieren is de steen opmerkelijk. Zij
52