heele platen het slachtoffer werden maar dat men
zich zelfs niet bedwingen kon kleinere koperen siera
den (de teekenen van de Evangelisten, (kwartier-)
wapens, miskelken) weg te rooven. Talrijk zijn de
getuigenissen in ons vaderland van zulke ontluisterde
graven Het inleggen met koper vond speciaal in
Munsterland dikwijls toepassing en dan op een
typische wijze, die in onze streken voornamelijk in
Groningen geïmiteerd is, en zooals door de geografi
sche ligging begrijpelijk is, ook wel in Overijssel. Het
koperen vulsel betrof daar dan voornamelijk wapens
en met dit onderwerp betreden wij als vanzelf het
terrein van den adel.
Begrijpelijk is, dat de plaats op den steen, die bij
den priester voor de miskelk bestemd was, bij den
edelman diens wapen bevatten moest en zoo komt
het dat de monumenten al in vroeger tijd in het
centrum een schild te zien gaven, meestal weldra
reeds gedekt door een helm, voorzien van een helm-
teeken en ook van dekkleedenalles nog in een primi
tieven vorm. Afgezien van dit verschil in centrale
vulling behield de steen van den edelman dan een
soortgelijk randschrift als dat op de priesterzerken
voorkwam, doorbroken, evenals bij die laatste cate
gorie op de hoeken met de symbolen van de Evange
listen in drie- of vierpas-lijst.
Hoe verder de middeleeuwen allengs vorderden en
hoe meer de lust tot het geven van méér versiering
werd aangewakkerd zien wij ook hier uitbreiding van
de traditioneele motieven. In navolging van hetgeen
reeds zeer vroeg op de vorstelijke graftomben voor
komt, het uitbeelden van de kwartierwapens van den
overledene, zien wij ook dit verschijnsel hier zijn
intrede doeneerst schuchter vier of hoogstens 8
kwartieren. Maar tegen het einde van het besproken
tijdvak treden de kwartieren in heele reeksen naar
44