geslagen hebben, wanneer deze van heraldisch- of
genealogisch belang waren, m.a.w. wanneer zij wapens
of inscripties (letterschrift) vertoonden. Op steenen
dus enkel met een beeld, teekens (merken), ornament,
e.d. werd door hen meestal niet gelet en wij kunnen
met behulp van hunne inventarissen met weinig
zekerheid nagaan of hier dan wel elders nog niet méér
van deze zerken worden aangetroffen.
Voor allerlei verrassingen staan wij derhalve nog en
het is zelfs niet uitgesloten, dat dit aantal verrassin
gen nog belangrijk grooter wordt. Want oude kerken
zijn in ons land talrijk en behalve het zichtbare her
bergen zij veelal nog totaal onbekend materiaal onder
vloeren en banken.
Het maakt daarenboven verschil welke kerk wij in
ons onderzoek betrekken. Immers, er is in de eerste
plaats een belangrijk onderscheid tusschen die, welke
in het Zuid-Oosten en Zuiden gelegen zijn en de ge
bouwen, die in de Noordelijke provinciën voor
komen.
In Limburg en Noordbrabant hebben de vloeren
meestal door het sinds vele eeuwen regelmatig voort
durende kerkbezoek, zeer veel te lijden gehad. De
vloerzerken sleten af en sleten uit en menig dorps
pastoor stelde zich in de vorige eeuw tot taak ten
minste te zorgen, dat zijn kerkvloer, die naar het
begrip van dien tijd van loodlijn en verheerlijkte
strakheid een rommelig aanzien had, te over-tegelen
of in het ergste gevaluit te breken en opnieuw aan
te leggenDe ijver om te verfraaien heeft daardoor
veel moois doen verdwijnen, tenminste, wanneer de
aannemer er met het „oude materiaal" vandoor ging
om de oude eerwaardige grafsteenen, die men tóch
niet meer lezen kon, te versjacheren voor wegverbete-
ring en wat dies meer zij Bleef het afgekeurde
materiaal ter plaatse en verhuisde een van de aller-
39