34
aangeduid als polychromie werd toegepast. Mocht
men dus soms een wapen op een grafsteen aantreffen,
dat zoo gehakt (gefrijnd) is, dat men geneigd zou
zijn blazoemeering te veronderstellen, dan kan men
erop rekenen, dat het in de bedoeling van den maker
niet gelegen heeft aan dezen kant van zijn werk de
bijzondere beteekenis te geven, die wij met onze mo
derne begrippen daaraan zouden willen hechten.
Laten wij ons dan óók in deze niet scharen aan de
zijde van degenen, die alles willen en ook meenen te
kunnen verklaren!
Tot de oudste grafzerken in Nederland, die men
onder de in dit hoofdstuk te bespreken groep reke
nen kan, behooren allereerst een aantal bijzonder inte
ressante steenen uit Maastricht, dat sedert den Ro-
meinschen tijd reeds zoo beroemde cultuur-centrum.
Daar vinden wij vroege voorbeelden van steenen met
z.g. ingekrast beeld. Dit type heeft een ruime ver
breiding gehad in West-Europa en komt zelfs tot op
Gotland voor. Dikwijls heeft de steen niet de oude
trapeziumvorm van het sarcofaagdeksel, maar die vart
een veelhoek en voornamelijk in het Westen van
Duitschland handhaaft deze soort zich nog tal van
jaren1). Men denke aan de grafzerk voor Alheidis,
f 1387, de abdis van Vreden in de Stiftskirche aldaar
en aan een nog latere voor Michael dictus Suinze,
f 1460 te St. Anna ter Muiden.
In het bijzonder moge ik hier echter wijzen behalve
op een soortgelijke belangrijke zerk voor Renerus
pastoor van Rosmeer en Theodoricus ab Aquis, ka
nunnik, in de O.L.V. kerk van Maastricht, op de twee
zeer mooie steenen, geplaatst in de koortraveeën van
de kapel van den Nieuwenhof aldaarvoor den in
1286 overleden rector van het begijnhof ter plaatse
1) Zie blz. 49.