waardoor het object weliswaar aan voornaamheid
en ernst moge winnen, maar waarmede gelijktijdig
alle originaliteit dreigt teloor te gaan.
Na de sierletter (een aardig voorbeeld ligt te Oost
huizen) heeft ook de schrijfletter zijn intrede gedaan,
die men vóór de XVIIIe eeuw zeldzaam aantreft en
vooral zijn het de hoofdletters die de aandacht op-
eischen door een overladenheid van krullen. Ook
monogrammen vinden dan veel ingang. (Afb. 39.)
Nu erken ik wel, dat er grafsteenen gemaakt zijn met
zeer elegante versieringen in den stijl van Lodewijk
XV en smaakvolle, kenmerkend sobere kunstwerken
in den stijl van Lodewijk XVI, maar het tijdvak van
den grooten bloei was toen zij tot stand kwamen reeds
kennelijk voorbij. Dat dit tevens met de echte heral
diek het geval is, zal den lezer begrijpelijk voorkomen,
maar dit alles sluit verrassingen nog geenszins uit.
Zoo'n verrassende vondst deed de Heer W. J. J. C.
Bijleveld te Leiden, toen hij in het huidige boeken-
magazijn der Universiteitsbibliotheek (eerder begijn
hofkapel en Engelsche kerk) aldaar den grafsteen
aantrof voor James Campbell, 2en earl of Loudon,
een in 1684 hier te lande overleden Engelschman. De
vervaardiger was de beeldhouwer Jan Blommendaal,
die het rijke kunststuk in het volgende jaar vervaar
digde. Een zéér goed stuk beeldhouwerswerk leverde
de ons onbekend gebleven kunstenaar „F." in de zerk
voor Mr. A. Houttuijn en diens echtgenoote Nisa
Brouwer in de Groote kerk te Edam. Ofschoon zij
inderdaad nog wel meer in getal zijn, wil ik het hier
bij een paar voorbeelden laten. De bouwmeesters van
de Klassicistische Barok als Van Campen, Post en
Vingboons hebben voordien ook invloed gehad. Zoo
ook Artus Quellinus en Rombout Verhulst. Echter
gedurende al dien tijd maken de steenhouwers door
elkaar genomen, met hunne objecten den indruk
102