HOOFDSTUK VII
VERWAARLOOZ1NG EN VERVAL;
KERKHOVEN
Onwillekeurig verzeil ik weer in de casuïstiek, wan
neer ik de XVIe en XVIIe eeuwsche grafsteenen op
mijn zwerftocht door het land nader bekijken wil,
maar het is eenmaal niet anders. Wenscht U het be
langwekkende te zien en te leeren kennen, dan zult U
naar vele oorden moeten trekken en het is dan pret
tig eenigermate voorbereid te zijn op reizen naar
plekjes, waar U nooit vermoed hadt nog eens te zul
len komen.
Want onze steenen charters treft men nu eenmaal
niet alléén aan in de oude kerken. Door kerkafbraak
of tengevolge van verwijdering uit het gebouw werden
hen in een gunstig geval een plekje op het kerkhof
ingeruimd. Een enkele keer maakt een ordelijk be
heerder daar zelfs een stapeltje vanIntusschen
worden zij maar al te dikwijls naar elders versleept.
Soms worden prachtige exemplaren gedegradeerd tot
stoepen, terwijl ze stukgeslagen bij voorkeur gebruikt
worden voor putdeksels, want in gehalveerden vorm
schijnen zij daartoe een bijzondere geschiktheid te
bezitten. Ik kan U verzekeren, dat op een dorp in
Friesland de piëteit voor eenige XVe eeuwsche graf
zerken een zoodanige graad had bereikt, dat men het
blijkbaar noodig achtte er de vloer mee te beleggen
van een urinoir. Een overeenkomstig lot was be
schoren aan het monument voor Wessel Gansfort. Te
Mechelen (Zd. Limb.) en te Oosterhesselen (Dr.)
schijnen zij een bijzondere aantrekkelijkheid te bezit
ten als bouwstoffen. Voor wegverhardingen, voor
fundeeringen dienen zij, als schamppalen, ja zelfs
in mijn geboortestad worden oude grafsteenen met
86