De achterwand, en gedeeltelijk de zijwanden, gaan hoog opzij hebben een overhuiving, die aan de voorzijde frontonvormig is en onder beëindigd wordt door een gedrukte boog, met ter weerszijde een sater als console. 14. Armstoel. Deze heeft zes pooten die onder en boven verbonden zijn door regelsde twee achterste daarvan zijn als stijlen bewerkt en de vier overige als kolompooten, eindigend boven in een vierkant huis. Deze pooten en zitregels dragen de zitting, in plan een halven achthoek vormend. De armleggers, onder steund door vier toskaansche zuiltjes, zijn vergaard in de twee achterstijlen. Deze zijn gevuld met een paneel, dat van boven afgedekt is door een in voluten (krullen) eindigende bekroning. Hier en daar is in legwerk (biezen) van palissander- en beukenhout. 15. Binnenhuis. In een midden 17e eeuwsch voor huis (het schilderij is 1670 gedateerd), gelegen aan de Kloveniersburgwal te Amsterdam, zit een meisje op een „soldertien" of houten vloertje voor het raam. Een bediende komt uit de „sijdelkamer" en brengt haar een brief. De vloer is van wit marmeren en van blauwzwarte hardsteenen platen samengesteld in een eenvoudig patroon. Op de gewitte wanden hangen schilderijen in palissanderhouten lijsten. De straat- wand heeft een kruiskozijn het kalf is voortaan in het midden met beneden ramen- en boven-ope- ningen gevuld door glas-in-lood, evenals het boven licht van het deurkozijn. Als meubels zijn slechts een paar met stof bekleede stoelen te noemen. 95

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 98