kast heeft bij dit dressoor geen nis met beeldje, doch
bestaat uit vier vakken, waarvan de profileering aan
drie zijden omloopt, terwijl de onderzijde een schuine
kant is. De paneelen zijn versierd met traceerwerk
(staaf- en maaswerk)De kap is bekroond door een
scherp ondersneden peerkraalprofiel, daarentegen
heeft de afscheiding tusschen het open onderstel (met
laden en draagfiguurtje) en de bovenkast plaats door
een hollijstprofiel.
3. Bank. Het ondergedeelte dient tot bergkist en
bestaat uit stijl- en regelwerk met twee briefpaneelen
en een (vernieuwd) vlak paneel. Hierbij loopt de pro
fileering aan drie zijden om en is aan de onderzijde
een schuine kant. De leuning is omlegbaar.
4. %etel. Het ondergedeelte, opklapbaar, dient te
vens voor kist. Het stijl- en regelwerk, met houten
nagels opgesloten, heeft een aan drie zijden omloo-
pende profileeringde onderzijde is een schuine kant.
Daartusschen zijn briefpaneelen. De armleggers ein
digen in peerkraalprofielen.
5. Binnenhuis. In een vroeg 16e eeuwsch binnen
huis, dat nog geheel laat-gothisch is, bevindt zich de
heilige Familie. De H. Anna en de H. Maria, die het
Christuskind op den schoot heeft, zitten in een voor
huis, dat als kapel gedacht is. Op de scheiding van
voorhuis en achterkamer, architectonisch aangegeven
door een boog, staan de H. Joachim en de H. Joseph.
De vloer bestaat uit een meetkunstig patroon vóór
iets rijker dan achter van grauw-witte, roodbruine
90