VOORBERICHT
BIJ DEN EERSTEN DRUK
In dit boekje hebben wij ons tot taak gesteld in be-
knopten vorm den ontwikkelingsgang te schetsen van
het Nederlandsche binnenhuis woonruimte met
meubels in het tijdvak 1450 tot 1650, twee
eeuwen die overspannen den aanloop tot, en den
groei en bloei van ons nationaal bewustzijn.
Daarbij zal het niet gaan om stijlcritische uiteenzet
tingen voor vakbeoefenaars en kunsthistorici. De be
doeling is slechts voor de ambachtskunst dier dagen
belangstelling te wekken bij hen, die ontvankelijk zijn
voor de sobere schoonheid, welke eens rondwaarde
in het Nederlandsche binnenhuis en die iets weer
spiegelt van het goede, dat leefde in ons volk
degelijkheid en besef van eigenwaarde.
Niet wordt hier getoond het weidsche interieur van
kerk of klooster, noch van openbaar gebouw of
kasteel. Slechts de woning van den burger zij hij
handwerker, zeevaarder, koopman of magistraat
zal de aandacht vragen. Ten einde daaraan zooveel
mogelijk plaats te geven, hebben wij moeten afzien
van het noemen der verzamelingen of plaatsen, waar
voorbeelden te vinden zijn.
Ten slotte wijzen wij erop, dat slechts de meest nood
zakelijke afbeeldingen zijn opgenomen, daar het niet
de bedoeling is een platenboek te geven.
Bussum, 1941.
WILLEM VAN DER PLUYM.
5