makkelijker over den grond kan geschoven worden. Is de tafel zwaar, dan past men onder een raamwerk van voetregels toe. Bij eettafels kunnen deze voor de aanzittenden lastig zijn en heeft men ze wel kruis- of gaffelvormig gemaakt. Het tafelblad blijft, evenals vroeger, rusten op een raamwerk, dat stevig verbonden is met de pooten. Wijziging ondergaat hoofdzakelijk de houtsoort, daar in het verloop van de eerste helft der 17e eeuw naast het eikenhout het zachtere en gladder af te werken notenhout in gebruik komt. Meer in het bijzonder geldt dit voor de zware tafelbladen, wier beide „kopsche" einden, die moeilijk glad af te werken zijn, van randhout voorzien worden. Hoewel ongemeen schoon de bezonken kleur dezer tafelbladen kan zijn, legt men in de woning der patriciërs daar vaak een Oostersch tapijt („Turksch kleed") op, dat door zijn warmen gloed een waardevol kleuraccent in de kamer brengt. Wat de versiering der onderdeden aangaat, neemt men eenzelfde zucht naar verzwa ringen der vormen waar bij de profileering, en bij het snij- en steekwerk der regels en steunklossen. Met de ontwikkeling van het koopmanshuis worden de kamers grooter en krijgen ze verschillende bestem ming, zoodat naast de groote eettafel ook kleinere tafels in gebruik komen. Zoo ziet men de kasttafel in den vorm van een kist op tafel, welke dient voor bergmeubel. Als bijzonder geval van dit type moet men de geld- of betaaltafel beschouwen, waar het tafelblad kan schuiven en de geldbak daaronder vast blijft, die dan op vernuftige wijze gesloten kan worden. Hebben al deze tafels, tot nog toe beschreven, recht- 83

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 86